Als werkgever bent u verplicht om een periodieke inspectie valbeveiliging te laten uitvoeren. Nadat u de adviezen uit de Risicio Invetarisatie en Evaluatie heeft overgenomen, wilt u er namelijk zeker van zijn dat de valbeveiliging altijd goed functioneert. Door de valbeveiliging regelmatig te laten inspecteren waarborgt u de veiligheid van uw werknemers. Zo hoeven ze geen onnodig risico te lopen.
De vereisten rondom de inspectie van valbeveiliging zijn vastgelegd in het Arbeidsomstandighedenbesluit, onder andere in artikel 7.4. Daarnaast zijn er verschillende normen en certificaten waarmee rekening gehouden moet worden.
Inspectie valbeveiliging: wat moet er worden geïnspecteerd?
In de arbeidshygiënische strategie worden vier verschillende stappen beschreven. Binnen iedere stap worden verschillende maatregelen benoemd die bijdragen aan het veilig werken op hoogte. Nadat u de maatregelen heeft overgenomen kan het zo zijn dat u verschillende soorten valbeveiliging gebruikt.
Over het algemeen wordt er onderscheid gemaakt tussen drie soorten valbeveiliging. De verschillende soorten valbeveiliging worden vaak in combinatie gebruikt, afhankelijk van de situatie van uw bedrijf of gebouw.
Inspectie permanente valbeveiliging
Onder permanente valbeveiliging worden alle dingen gerekend die permanent aanwezig zijn op uw daken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan permanente ankerpunten, hekwerken en leeflijn trajecten. Een inspectie van permanente valbeveiliging omvat, onder andere, de stevigheid van de installaties en algehele functionaliteit van de beveiliging.
Inspectie mobiele valbeveiliging
Niet alle gebouwen zijn voorzien van permanente valbeveiliging. Daarom kan het ook zo zijn dat er alleen een inspectie op mobiele valbeveiliging moet plaatsvinden. Bij een dergelijke inspectie worden onder andere de volgende dingen geïnspecteerd:
- Vanglijnen
- Vangnetten
- Positioneringslijnen
- Valstopapparaten
- Mobiele ankerpunten
- Veiligheidsharnassen
Hierbij wordt bijvoorbeeld de betrouwbaarheid van mobiele ankerpunten, de stevigheid van vangnetten of de lengte van vanglijnen gecontroleerd.
Inspectie persoonlijke beschermingsmiddelen
Als laatste kunt u gebruik maken van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s). Denk hierbij aan handschoenen, helmen, veiligheidsschoenen of veiligheidsharnassen. Bij een inspectie van PBM’s wordt er gekeken naar:
- algemene beschadigingen aan textielbanden;
- uitrafelen van stiksels;
- vervormingen in metalen onderdelen en gespen;
- kwaliteiten van touwen, dempers en automatische sluitingen;
- leesbaarheid van identificatielabels.
Welke normen gelden voor inspectie valbeveiliging?
De inspectie van uw valbeveiliging moet worden uitgevoerd aan de hand van een Nederlandse Norm (NEN). Hierin worden de criteria beschreven waaraan een bepaalde dienst moet voldoen.
Er zijn drie NEN-normen die bepalen hoe de valbeveiliging wordt geïnspecteerd. De drie NEN-normen zijn de volgende:
- NEN 360 voor valbeveiliging met automatische lijnspanner;
- NEN 361 voor harnasgordels;
- NEN 365 voor systemen voor valbeveiliging.
Tijdens het kiezen van uw inspecteur is het dus belangrijk dat u deze in het achterhoofd houdt. Alleen op die manier bent u verzekerd van een kwalitatieve inspectie.
Wie mag valbeveiliging inspecteren?
Alleen competente personen en bedrijven mogen worden ingeschakeld bij een inspectie valbeveiliging. Dit betekent dat een inspecteur gecertificeerd moet zijn voor het uitvoeren van de keuring.
Met een periodieke keuring van Worksafe Nederland bent u er zeker van dat uw valbeveiliging vakkundig, tijdig, en grondig wordt gekeurd. Onze keuringen bestaan uit visuele inspectie en steekproeven, bijvoorbeeld trekproeven op ankerpunten. Ook de dakinrichting wordt meegenomen in de inspectie.
Voor meer informatie over een keuring van Worksafe Nederland kunt u op deze pagina terecht.